Ruikt lekker

‘hmm dat ruikt lekker!’ zegt Jes

‘Dat’ dat zijn de huisparfumstokjes bij het binnenkomen, de geur van de gang naar zijn klasje, de warme walm van geplette oververhitte koekjes achtergebleven in de kinderstoel in de auto. De slaap onder de dekens in het grote bed, de chocoladebol bij het ontbijt maar dan wel die van de goeie bakker, de appelsap en niet het fruitsap, ananas,de pasgewassen haren van zijn zus. De zalf met calendula op zijn gehavende knieën, de olie met lavendel tegen de luizen, de sunblockzonnecrème, de houten inlegpuzzelstukken, zijn oude sneakers, plasticine, rozemarijn in de pot op het terras waar hij net op zijn tenen met zijn neusje bij kan,  het ontsmettingsmiddel, zijn vaders bezwete T-shirt, overrijpe bananen, blauwe kaas, de bloemen die te lang in de vaas staan, het beschimmelde fleecedeken dat buiten achterbleef in de regen, het stroo in Felix zijn hok én de keutels de keutels de keutels! De zee, zeewier, open mossels, het paard op de kinderboerderij, de mestkar, de modder in de plas, zìjn plas én die van een ander, de onweerstaanbare geur van pis vers uit de pot! Dat dàt is zijn favoriet!